top of page
Bogenkapel.jpg

KAPEL

De 'Bogen'-kapel is van grote betekenis voor de zusters. Het is de plek waar de zusters hun geloften aflegden en van waaruit zij gezonden werden naar binnen- en buitenland. Door hun gebed konden zusters zich volledig inzetten voor de medemens en beleefden zij een grote verbondenheid met elkaar: een samengaan van actie en contemplatie. Vanaf het begin was er in ieder huis van de congregatie een kapel of gebedsruimte aanwezig.

Moeder Elisabeth schrijft: “Nu heeft den Goede God in 1844 geweelt dat wij nog beter zoude woonen. Vooreerst hebben wij gezorgt voor een zeer gezonde en aandagtige bidplaats …" In 1845 hebbe wij in dit klooster den 11 November het geluk gehad der inwijding van onze niuwe kapel door Zijne Hoogwaardigen de Bischop J.A. Paridis van Rormond, die de eerste H. Mis met veel plegtigheid gezeluberd heeft.”   [EG 57-59]

 

De door Moeder Elisabeth in 1844 genoemde kapel werd in mei 1899 afgebroken en op 9 juni vond de eerste steenlegging plaats van de huidige Bogenkapel, gebouwd in neogotische stijl.

Op 9 juni 1900 heeft Mgr. Sevriens, deken van Maastricht, de nieuwe kapel plechtig ingewijd. Op 11 september vond de plechtige consecratie van de prachtige, majestueuze kapel plaats door Mgr. Drehmans, Bisshop van Roermond.

De muurankers in de voorgevel van de kapel A 1 6 8 2  geven dus niet het bouwjaar van de kapel aan. In zoverre muurankers de originaliteit van een bouw aanduiden, zou de voorbouw van de kapel eventueel deel kunnen hebben uitgemaakt van de door Moeder Elisabeth in 1844 aangekochte oude Proosdij en is in 1899 daarop aansluitend de kapel gebouwd.

De kloosterkerk werd in opdracht van de Zusters Onder de Bogen gebouwd door aannemer J. Reggers, naar een ontwerp van architect Johannes Kayser.

De glas-in-loodramen zijn vervaardigd door Atelier voor Glasschilderkunst H. Nicolas en Zonen uit Roermond.

Een van de ramen toont de verschijning van het H. Hart aan Margaretha Maria Alacoque, een Franse mystica. De kapel is toegewijd aan het H. Hart.

Een deel van de kerkinventaris, inclusief het hoofdaltaar, een zijaltaar, een tweetal biechtstoelen en enkele gepolychromeerde heiligenbeelden, werden in de periode 1900-1905 geleverd door het Geleense atelier voor kerkelijke kunst J.W. Ramakers en Zonen.

In 1911 werd begonnen met de schildering van de kapel door de Gebroeders Morreau.

Het interieur van de kapel werd in de zestiger jaren versoberd.

bottom of page